Wat heeft het gekost?

Realisatie 2014Vastgestelde
begroting 2015
Gewijzigde
begroting 2015
Realisatie 2015
Lasten4.2074.1174.2744.417
Baten859862903725
Saldo voor bestemming3.3483.2553.3713.691
Stortingen in de reserves0000
Bijdragen uit de reserves111012677
Saldo na bestemming3.2373.2553.2453.615

Welke verschillen zijn er ten opzichte van de gewijzigde begroting 2015 en realisatie 2015 ?

Lasten
In het resultaatgebied Bestuur zijn de lasten € 143.000 hoger.

De belangrijkste verschillen:

  • Zowel de uitgaven voor de raad- en raadscommissies zijn lager (€ 42.000 batig) alsmede de loonkosten van het college (€ 40.000 batig). Beiden als gevolg van de invoering van de werkkostenregeling. De onkostenvergoedingen en de ambtstoelage zijn namelijk omgezet van een bruto naar een nettovergoeding. Dit betekent dus dat de lasten lager zijn.  
  • Voor wachtgelden van wethouders wordt een voorziening 'uitkeringsverplichtingen voormalig personeel' gevormd. Uit de actuariële berekeningen van de (gewezen) wethouders blijkt dat de voorziening aangevuld moet worden met een bedrag van € 520.000 (nadelig). Dit wordt voor een bedrag van € 439.000 veroorzaakt doordat de rekenrente is aangepast. Dit betreft een eenmalige aanpassing. Hier staat een structureel voordeel tegenover van ruim € 50.000 met ingang van 2016 omdat geen rente meer toegevoegd wordt aan deze voorziening.  
  • De projecten  'Inrichten functiegebouw' en de dienstverleningsvisie zijn niet volledig uitgevoerd in 2015 (€ 54.000 batig). Bij de resultaatbestemming 2015 wordt voorgesteld om dit bedrag over te hevelen naar 2016.
  • Er zijn minder uitgaven geweest ( € 28.000 batig) voor de doorontwikkeling van de samenwerking Best- Veldhoven. Begin 2016 heeft er een gespreksronde plaatsgevonden tussen beide MT's. Vanuit hier worden diverse onderwerpen opgepakt en daarom wordt voorgesteld om dit bedrag over te hevelen naar 2016.
  • Lagere uitgaven (€ 29.000 batig) omdat nog niet alle voormalige taken vanuit het SRe zijn opgepakt door de MRE gemeenten.  
  •  De uitgaven bij burgerzaken zijn € 119.000 lager (batig). Dit wordt veroorzaakt doordat er 8% minder paspoorten zijn uitgegeven, 11% minder rijbewijzen zijn verstrekt en dat er geen onderscheid was gemaakt in de rijksafdracht Nederlandse ID kaarten tussen kinderen ouder en jonger dan 18 jaar. Deze onderschrijding staat in relatie met de lagere opbrengsten (zie hieronder)
  • In 2012 heeft de raadswerkgroep budget raadsorganisatie voorgesteld een bedrag van € 20.000 (batig) te reserveren voor eventueel nader onderzoek en second opinion. In 2015 zijn hier nog geen uitgaven voor gedaan.

Baten
In het resultaatgebied Bestuur zijn de baten € 178.000 lager.
De belangrijkste verschillen:

  • De uitgaven bij burgerzaken zijn € 142.000 lager (nadelig). Dit wordt veroorzaakt doordat er 8% minder paspoorten zijn uitgegeven, 11% minder rijbewijzen zijn verstrekt en dat er geen onderscheid was gemaakt in de raming van de opbrengsten van de Nederlandse ID kaarten van kinderen ouder en jonger dan 18 jaar. Deze onderschrijding staat in relatie met de toelichting genoemd onder de lasten hierboven, waardoor het totale verschil bij burgerzaken € 23.000 (nadelig) bedraagt.