Lokale Heffingen
ALGEMEEN
Deze paragraaf omvat op hoofdlijnen de verantwoording over de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen. De gemeentelijke belastingen en heffingen maakten in 2015 voor circa 16% deel uit van de gemeentelijke inkomsten.
In het gemeentelijk belastinggebied wordt onderscheid gemaakt tussen:
- belastingen, onder andere de onroerende-zaakbelastingen (OZB) en de toeristenbelasting: de opbrengst is bestemd voor de algemene middelen;
- bestemmingsheffingen, onder andere afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges: worden gebruikt om de kosten van de dienstverlening of voorziening te dekken.
BELEIDSUITGANGSPUNTEN EN ONTWIKKELINGEN
In het beleidsakkoord 2014 is als beleidsuitgangspunt opgenomen dat de belastingen voor inwoners en ondernemers niet meer stijgen dan de inflatiestijging. Voor de gemeentelijke belastingen en heffingen betekent dit dat de tarieven jaarlijks worden geïndexeerd met het consumentenprijsindexcijfer. Voor 2015 was dit vastgesteld op 2%.
UITVOERINGSKOSTEN
De uitvoeringskosten worden geraamd op basis van een percentage van de opbrengsten. De kosten voor de gemeentelijke belastingen en heffingen in Best (onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffing, precariobelasting, toeristenbelasting, bouwgrondbelasting en reclamebelasting) waren in 2015 € 268.726 (circa 2,7%). De opbrengsten van deze belastingen waren € 10.089.114.
De uitvoeringskosten voor de overige heffingen, onder andere de leges, zijn verwerkt in het tarief en worden meestal contant afgerekend. Hierbij gaat het om producten en diensten waarbij geen sprake is van een heffings- en invorderingstraject zoals aanslagbiljet, aanmaning en dergelijke.
OVERZICHT GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN HEFFINGEN
Het is wettelijk bepaald welke belastingen de gemeente mag heffen. De gemeente heeft binnen dit kader de vrijheid om een bepaalde belasting wel of niet in te voeren. Ook is de gemeente vaak vrij in het bepalen van de hoogte van de tarieven. Bij een aantal heffingen geldt echter een beperking. Zo mogen de leges niet hoger zijn dan de kosten (maximaal kostendekkend) en is er voor een aantal tarieven in bijzondere wetten maximum tarieven opgenomen.
In de volgende tabel wordt een overzicht van alle gemeentelijke belastingen en heffingen met de daarbij behorende opbrengsten vermeld.
Overzicht belastingen en opbrengsten
Belasting/Heffing | Geraamd 2015 | Werkelijk 2015 | Afwijking |
Onroerende-zaakbelasting | € 4.807.000 | € 4.793.055 | -€ 13.945 |
Afvalstoffenheffing | € 3.070.428 | € 3.036.461 | -€ 33.967 |
Rioolheffing | € 2.080.854 | € 2.115.515 | € 34.661 |
Leges burgerzaken | € 634.082 | € 491.735 | -€ 142.347 |
Leges omgevingsvergunningen | € 666.412 | € 629.706 | -€ 36.706 |
Overige leges | € 71.844 | € 50.836 | -€ 21.008 |
Precariobelasting | € 88.672 | € 71.562 | -€ 17.110 |
Toeristenbelasting | € 12.148 | € 13.896 | € 1.748 |
Lijkbezorgingsrechten | € 3.712 | € 10.180 | € 6.468 |
Marktgeld | € 24.475 | € 25.099 | € 624 |
Bouwgrondbelasting | € 4.470 | € 3.732 | -€ 738 |
Reclamebelasting | € 60.000 | € 54.893 | -€ 5.107 |
Totaal | € 11.524.097 | € 11.296.670 | -€ 227.427 |
Gemiddelde belastingdruk per huishouding
Belastingsoort | 2015 |
Onroerende-zaakbelastingen | € 244,00 |
(gemiddelde WOZ-waarde € 245.000) | |
Afvalstoffenheffing | € 252,96 |
Rioolheffing | € 158,88 |
Totaal | € 655,84 |
Vergelijking Best - landelijk in 2015
Best | Gemiddeld | Laagst | Hoogst |
€ 656 | € 716 | € 520 | € 1.198 |
Bron: Onderzoek in 411 (deel-)gemeenten door COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) -Atlas van de lokale lasten
Vergelijking Best - regio in 2015
Best | Eindhoven | Nuenen | Oirschot | Son en Breugel | Veldhoven |
€ 656 | € 584 | € 1.008 | € 856 | € 592 | € 585* |
*) Inclusief een lastenverlichting voor de afvalstoffenheffing van € 7,46 en voor de rioolheffing van € 1,21.
Uit de vergelijkingen blijkt dat de woonlasten in Best in relatief laag zijn. De gemeente Best staat landelijk op plaats 92 van de 411 gemeenten als het gaat om de goedkoopste gemeente qua woonlasten voor meer-persoons-huishoudens. Binnen de provincie Noord-Brabant staat de gemeente Best op plaats 14 van de 66 gemeenten.
TOELICHTING BELASTINGEN EN HEFFINGEN
Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
OZB zijn gemeentelijke belastingen die de meeste inkomsten opleveren. Het gaat om een eigenarenbelasting bij woningen en niet-woningen, en een gebruikersbelasting bij niet-woningen.
De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de OZB is vastgelegd in de Gemeentewet.
Voor de berekening van de OZB in 2015 is de WOZ-waarde per 1 januari 2014 gehanteerd. Belastingplichtig is degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van een woning of niet-woning en/of gebruiker van een niet-woning. Het belastbaar feit is de onroerende zaak (woning of niet-woning). Het tarief wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde.
De tarieven bedroegen in 2015:
| 0,0981% van de WOZ-waarde |
| 0,1592% van de WOZ-waarde |
| 0,1291% van de WOZ-waarde |
Afvalstoffenheffing
De gemeente heeft een wettelijke inzamelplicht van huisvuil. Met de afvalstoffenheffing dekken we de kosten die we maken voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. De afvalstoffenheffing is geregeld in de Wet milieubeheer. Het belastbaar feit is het feitelijk gebruik van een perceel waarvoor volgens de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Belastingplichtig is degene die feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de plicht geldt om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. Het standaardtarief is een vast bedrag per jaar.
Het tarief voor de afvalstoffenheffing bedroeg in 2015 € 252,96.
Rioolheffing
De rioolheffing dekt de kosten die verbonden zijn aan de inzameling en het transport van afvalwater en de taken op het gebied van de afvoer van hemelwater en grondwaterbeheer. De bevoegdheid tot het heffen van de rioolheffing is vastgelegd in de Gemeentewet.
De heffing wordt opgelegd aan gebruikers van percelen van waaruit (afval-)water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Het tarief is een vast bedrag per jaar voor elke afgevoerde hoeveelheid afvalwater van 0 t/m 500 m³ (hieronder vallen alle huishoudens). Voor de afgevoerde hoeveelheid afvalwater boven de 500 m³ geldt per categorie een trapsgewijs relatief afnemend tarief.
Het tarief voor de rioolheffing bedroeg in 2015 € 158,88.
Leges en rechten
Leges en rechten zijn vergoedingen van inwoners en ondernemers aan de gemeente voor de kosten van het op aanvraag verlenen van gemeentelijke diensten. De bevoegdheid tot het heffen van leges is vastgelegd in de Gemeentewet. In deze wet staat dat de geraamde opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten. Er mag dus geen winst gemaakt worden. Hierbij gaat het dan niet om het kostendekkingspercentage per individuele dienst of groep van diensten, maar om de kostendekking van alle in de legesverordening opgenomen diensten. De diensten waarvoor leges worden geheven zijn zeer uiteenlopend.
Belastingplichtig is degene die de dienst aanvraagt dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend. De leges worden hier niet specifiek omschreven, omdat deze slechts in individuele gevallen op aanvraag worden toegepast. Voor een aantal tarieven geldt een landelijk maximum.
Precariobelasting
De precariobelasting is een algemene belasting die wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Bijvoorbeeld reclame-uitingen en luifels aan winkels, het plaatsen van containers, enzovoort. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de precariobelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. De heffingsgrondslagen en de tarieven zijn opgenomen in de bij de verordening precariobelasting 2015 behorende tarieventabel.
Toeristenbelasting
De toeristenbelasting is een algemene belasting voor het verblijf met overnachting binnen de gemeente in hotels, pensions en dergelijke tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetenen zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de toeristenbelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf. Het tarief is een vast bedrag per overnachting.
Het tarief per overnachting bedroeg in 2015 € 0,60.
Lijkbezorgingsrechten
De Wet op de lijkbezorging verplicht gemeenten zorg te dragen voor de aanwezigheid van algemene begraafplaatsen. De lijkbezorgingsrechten zijn bedoeld als dekking van de kosten van de algemene begraafplaats, evenals het faciliteren van begraven. De bevoegdheid tot het heffen van de lijkbezorgingsrechten is vastgelegd in de Gemeentewet. Het belastbaar feit zijn de uiteenlopende diensten zoals opgenomen in de tarieventabel behorende bij de verordening lijkbezorgingsrechten 2014. Belastingplichtig is degene namens wie de aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht.
Marktgeld
De functie van het marktgeld is het dekken van de kosten van de weekmarkt. De bevoegdheid tot het heffen van het marktgeld is vastgelegd in de Gemeentewet. Het belastbaar feit is het innemen van een standplaats op de weekmarkt. Belastingplichtig is degene die een standplaats op de weekmarkt inneemt. Het tarief is een vast bedrag per strekkende meter.
De tarieven bedroegen in 2015:
| € 1,77 |
| € 16,43 |
| € 61,29 |
Bouwgrondbelasting
De bouwgrondbelasting (tegenwoordig 'baatbelasting') is bedoeld om de gemeentelijke kosten te dekken voor voorzieningen die door of met medewerking van de gemeente tot stand zijn gebracht. De bevoegdheid tot het heffen van de baatbelasting is vastgelegd in de Gemeentewet.
Het belastbaar feit is de onroerende zaak die baat heeft van de getroffen voorzieningen. Belastingplichtig is de eigenaar van een onroerende zaak die gebaat is bij de voorzieningen. De heffingsmaatstaf is in het geval van de bouwgrondbelasting ‘Koekoekbos’ een bedrag per vierkante meter. Hoewel de belasting in beginsel ineens wordt geheven, wordt de belasting meestal (op verzoek) in dertig jaren geheven.
Reclamebelasting
Vanaf 2012 wordt in het zogenaamde ‘stimuleringsgebied’ reclamebelasting geheven. De reclamebelasting is een algemene belasting, waarvan de opbrengst ten goede komt aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de reclamebelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. De belasting wordt opgelegd voor het hebben van een openbare aankondiging (reclame-uiting) die zichtbaar is vanaf de openbare weg. Belastingplichtig is de gebruiker van een onroerende zaak waarop en waarbij één of meer reclame-uitingen zijn aangetroffen.
Het tarief is opgebouwd uit een vast bedrag van € 25,- per onroerende zaak. Indien de onroerende zaak een WOZ-waarde van meer dan € 167.000 heeft, wordt het vaste bedrag verhoogd met een bedrag van € 1,50 voor elke € 1.000 hogere WOZ-waarde. Het maximum te heffen bedrag is € 520,-.
De reclamebelasting wordt, na aftrek van de door de gemeente gemaakte perceptiekosten, in de vorm van een subsidie afgedragen aan de Stichting Centrummanagement Best.
Kwijtschelding
De gemeente Best kent een ruim kwijtscheldingsbeleid. Tot de doelgroep behoren belastingplichtigen met een inkomen tot 100% van de bijstandsnorm. Voor kwijtschelding komen de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing in aanmerking.
Alle inwoners met een uitkering WWB levensonderhoud worden vrijgesteld van de betaling van de hierboven vermelde belastingen. Bovendien wordt degene die een aanvraag bijzondere bijstand indient, gewezen op de mogelijkheid van kwijtschelding en wordt een aanvraagformulier verstrekt. Het staat iedereen vrij een aanvraag te doen voor kwijtschelding via een aanvraagformulier.
Tot en met 2012 werd de vrijstelling voor de afvalstoffenheffing gemaximeerd tot € 90,76. Eind 2012 heeft de gemeenteraad besloten de kwijtschelding met ingang van 1 januari 2013 voor de duur van 3 jaar niet te maximeren.
Overzicht verleende kwijtscheldingen
Jaar | Aantal | Bedrag |
2009 | 541 | € 131.504 |
2010 | 609 | € 148.418 |
2011 | 522 | € 125.482 |
2012 | 426 | € 108.527 |
2013 | 447 | € 169.495 |
2014 | 461 | € 184.775 |
2015 | 519 | € 183.000 |